Toelichting mutaties begrotingssaldo 2019-2027
A: Mutaties begrotingssaldo in eerdere P&C producten
1. Het begrotingssaldo is het tekort of het overschot in de begroting in een bepaald jaar. Bijvoorbeeld in de afgelopen jaren is gemuteerd in de jaarschijf 2020 met als resultaat dat tot de Najaarsnota 2019 er nog € 21,5 mln begrotingssaldo was.
Het begrotingssaldo is het overschot of het tekort op de begroting in een bepaald jaar. Deze overschotten of tekorten worden verrekend met de algemene reserve. Het begrotingssaldo geeft aan of er op de lange termijn sprake is van een reëel en structureel begrotingsevenwicht. Het begrotingssaldo mag tijdelijk negatief staan, dit tekort op het begrotingssaldo wordt dan gedekt uit de vrije ruimte van algemene reserve. Dit kan zolang er vrije ruimte is. |
B: Exogene/algemene ontwikkelingen
1a. Meicirculaire provinciefonds 2019
Het geraamde accres 2019 en het effect van de gedeeltelijke verwerking van Vijfheerenlanden geeft in totaal een negatieve bijstelling van € 8,9 mln voor Zuid-Holland. Omdat in de Kadernota 2020-2023 al rekening was gehouden met een structureel negatief effect van € 1,9 mln bedraagt de negatieve bijstelling per saldo € 7 mln in 2019. Daarnaast ontvangt de provincie drie extra decentralisatie-uitkeringen van in totaal € 5 mln. Deze worden via de programma's besteed en komen daarom niet ten gunste van de financiële ruimte. Zie voor een nadere toelichting Overzichten en Middelen.
1b. Septembercirculaire provinciefonds 2019
Het geraamde accres 2019 geeft in totaal een negatieve bijstelling van € 3,8 mln voor Zuid-Holland. Daarnaast ontvangt de provincie twee extra decentralisatie-uitkeringen van in totaal € 5,1 mln. Deze worden via de programma's besteed en komen daarom niet ten gunste van de financiële ruimte. Zie voor een nadere toelichting het hoofdstuk Overzichten en Middelen.
1c. Decentralisatie-uitkering Jong leren eten
Decentralisatie-uitkeringen worden via de programma's besteed en komen daarom niet ten gunste van de financiële ruimte. Voor de decentralisatie-uitkering Jong leren eten waren echter de baten en lasten al opgenomen in de begroting. De decentralisatie-uitkering uit de Meicirculaire komt daarom ten gunste van de financiële ruimte.
C: Ontwikkelingen binnen de programma's
1. Aanpassing kasritme Botleksstoomnetwerk
De laatste optimalisaties om de betrouwbaarheid te vergroten en de onrendabele top te verkleinen hebben het project iets vertraagd. Naar verwachting zullen in Q1 2020 de transport-, commodity- en dispatch-overeenkomsten worden getekend. De subsidie zal derhalve in 2020 worden verstrekt en dientengevolge wordt het budget overgeheveld van 2019 naar 2020.
2. Bijstelling spreiding sociale woningbouw/verstedelijking
- Doorschuiven budget Knelpunten transformatie binnenstedelijke locaties en PDV: PS heeft bij de behandeling van de Begroting 2019 via amendement A646 € 3 mln beschikbaar gesteld voor Knelpunten transformatie binnenstedelijke locaties en Perifere detailhandel Vestigingen (PDV). Hiervan is op dit moment circa € 1,5 mln gereserveerd voor projecten in Nissewaard en Alphen a/d Rijn. Voor de benutting van de overige € 1,5 mln zijn gesprekken gaande met diverse gemeenten. Gelet op de fase van onderhandeling met desbetreffende gemeenten is de verwachting dat deze middelen pas in 2020 daadwerkelijk zullen worden ingezet, derhalve wordt voorgesteld om € 1,5 mln voor dit doel door te schuiven naar 2020.
- Doorschuiven budget Subsidieregeling spreiding sociale woningbouw Regio Rotterdam: In samenwerking met de Rotterdamse regio heeft de provincie een subsidieregeling opgesteld om de spreiding van sociale woningbouw in deze regio te stimuleren. Voor dit doel is er voor een periode van 4 jaar een bedrag van € 5 mln beschikbaar, waarvan € 4 mln vanuit de provincie wordt bijgedragen en € 1 mln vanuit de gemeente Rotterdam. De planning was dat de subsidieregeling in juni/juli 2019 zou worden vastgesteld maar inmiddels is de verwachting dat dit 4e kwartaal 2019 zal worden. De eerste subsidies zullen op zijn vroegst pas begin 2020 kunnen worden verleend, aangezien de aanvragen ook voor advies langs de samenwerkende gemeenten gaan. Derhalve wordt voorgesteld het voor 2019 gereserveerde provinciale budget van € 1 mln door te schuiven naar 2020.
3. Bijstelling energieloket
Bij het vaststellen van de Begroting 2019 is door Provinciale Staten een eenmalig budget van € 0,4 mln beschikbaar gesteld voor het versterken van de energieloketten in Zuid-Holland. Er is een bestedingsvoorstel in ontwikkeling waarbij de energieloketten in staat gesteld worden om de toenemende vraag van woningeigenaren ten aanzien van besparing van energie, het vervangen van aardgas en het opwekken van energie tegen zo laag mogelijke kosten te kunnen blijven bedienen. De uitgave zal niet in 2019 maar in 2020 plaatsvinden omdat nog enkele juridische aspecten worden onderzocht. Het voorstel is daarom om de middelen door te schuiven naar 2020 en voor dit doel beschikbaar te houden.
4. Bijstelling procesgeld projecten Kaderbesluit Groen
Met het Kaderbesluit Groen 2018 hebben PS ingestemd met het toekennen van € 0,8 mln voor procesgeld ter ondersteuning van verschillende initiatieven ter bevordering van recreatie en groenbeleving. Voor 2019 zijn er in dit kader voor € 0,6 mln aan toezeggingen gedaan, wat betekent dat € 0,2 mln niet zal worden ingezet. Tegelijkertijd zullen ook niet alle toezeggingen al daadwerkelijk in 2019 tot lasten leiden. Er wordt € 0,4 mln doorgeschoven naar 2020.
5. Bijstellingen budgetten water
De geplande onderzoeken voor de regionale keringen worden in 2019 gerealiseerd tegen lagere kosten. Dit leidt tot een eenmalig voordeel van € 0,15 mln. Tevens zal naar verwachting het budget met betrekking tot Projecten zoet water en het Deltaprogramma regionale uitwerking niet meer dit jaar uitgegeven gaan worden, wat een vrijval van € 0,3 mln tot gevolg heeft. Voorgesteld wordt deze vrijval in te zetten voor de financiering van de subsidie Pilot Drukdrainage in de jaren 2019 (€ 0,08 mln), 2020 (€ 0,1 mln), 2021 (€ 0,1 mln) en 2022 (€ 0,1 mln).
6. Overige aanpassing kasritmes
- Er loopt momenteel een onderzoek naar juridische mogelijkheden voor het inzetten van VTH-instrumentarium, waardoor het zwaartepunt van de intensivering schuift naar volgend jaar (€ 0,3 mln).
- Voor het behouden van icoonsoorten is in 2019 een budget van € 1 mln beschikbaar. Deze worden ingezet voor opdrachten en de regeling Soortenbeleid, leefgebied en maatregelen (Subsidieregeling Groen, paragraaf 2.3). Voor de betreffende regeling is het subsidieplafond bij Voorjaarsnota 2019 nog van € 0,2 mln naar € 0,6 mln opgehoogd. Omdat die lasten niet volledig in het huidige boekjaar vallen, in combinatie met het achterblijven van de hoeveelheid opdrachten, wordt € 0,4 mln van het budget naar 2020 doorgeschoven.
- Het college heeft de afgelopen jaren vanuit de intensiveringsmiddelen voor cultureel erfgoed geld vrij gemaakt voor subsidies voor Groot Onderhoud Molens. In 2019 is vooralsnog als laatste jaar daarvoor € 0,3 mln beschikbaar. Deze subsidies worden in de laatste twee maanden van 2019 verstrekt maar zullen pas in 2020 daadwerkelijk tot uitgaven leiden. Het voorstel is dan ook om dit bedrag door te schuiven naar 2020 omdat in dat jaar de bijbehorende prestaties geleverd worden.
- De Wet Normalisering rechtspositie Ambtenaren (WNRA) beoogt de invoering van de nieuwe Ambtenarenwet 2017 als opvolger van de Ambtenarenwet 1929. Invoering van de WNRA staat gepland op 1 januari 2020. In het uitvoeringstraject kan een gedeelte van de in 2019 geraamde activiteiten pas in volgend jaar worden uitgevoerd. Een gedeelte van het beschikbare budget ad € 0,25 mln wordt bij najaarsnota doorgeschoven naar 2020.
- Tevens worden arbeidsvoorwaardenregelingen omgezet naar een Personeelshandboek, nieuwe standaarddocumenten ingevoerd en het e-HRM systeem aangepast. In het uitvoeringstraject kan een gedeelte van de genoemde activiteiten pas volgend jaar worden uitgevoerd. Een gedeelte van het beschikbare budget ad € 0,3 mln wordt bij najaarsnota doorgeschoven naar 2020.
7. Vrijval reserve Bereikbaarheid voor ontvangers rijksbijdrage fietspaden
De provincie ontvangt via het provinciefonds bijdragen voor fietsprojecten in het kader van Beter Benutten. Dit leidt voor het betreffende project tot een verhoging van het uitgavenbudget. Echter, omdat de bijdragen ontvangen worden als onderdeel van de provinciefondsuitkering worden deze als eigen middelen beschouwd en mogen zij daarom niet als inkomsten voor het betreffende project worden opgenomen. Hierdoor worden bij gereedmelding van het project meer kosten geactiveerd, wat leidt tot hogere afschrijvingslasten. De bijdragen worden daarom bij ontvangst gestort in de reserve Bereikbaarheid en vervolgens in het jaar van activeren van het betreffende project aan de reserve onttrokken en toegevoegd aan de algemene middelen ter dekking van de hogere afschrijvingslasten.
8. Vrijval procesgeld Schaalsprong 2019
Een gedeelte van het beschikbare procesgeld uit het Schaalsprongprogramma 2019 is niet nodig. Er wordt € 0,6 mln teruggegeven aan de algemene middelen.
9. Vrijval UHB bedrijventerreinen De Dijk
Na de voorjaarsnota is bekend geworden dat project De Dijk in Maassluis is afgerond. Omdat activiteiten niet zijn uitgevoerd wordt € 0,8 mln aan de provincie terug gegeven. Deze middelen komen ten gunste van de algemene middelen van de provincie.
10. Overige vrijval budgetten
- Uit de actuele prognose van de benodigde middelen voor procesgeld werklocaties (bedrijventerreinen e.a.) blijkt dat er € 0,4 mln niet nodig is in 2019. Dit wordt teruggegeven aan de algemene middelen van de provincie.
- In 2016 is subsidie verleend voor de restauratie van landhuis de Voorde (€ 0,3 mln). Het nu verzonden voornemen tot intrekking wordt gevolgd door een definitieve intrekking, omdat niet aan de subsidievoorwaarden is voldaan. Deze vrijval wordt daarom nu aan de algemene middelen toegevoegd.
- Ontwikkelingen in de organisatie hebben ertoe geleid dat het Expertisecentrum in het afgelopen half jaar veel tijd en energie heeft gestoken in zaken rondom organisatieontwikkeling. Hierdoor is een aantal geplande activiteiten ad € 0,1 mln van het Expertisecentrum naar achteren geschoven (richting 2020).
- Er is structureel een budget van € 0,4 mln voorhanden voor opdrachten ten behoeve van innovatie in recreatie en groenbeleving. Op basis van de huidige prognose lijken niet alle middelen te worden ingezet en wordt het budget met € 0,05 mln naar beneden bijgesteld.
- Divers klein vrijval in verband met onderzoek en verkenning, implementatie ruimtelijke kwaliteit en vrijval balansverplichtingen overdracht G.Z-H.
11. Aanvullende posten IPO Begroting 2019
Het huidige budget is in 2019 ontoereikend. In 2018 zijn door het IPO een aantal aanvullende posten opgenomen in de begroting voor 2019 zoals kennishub en IBP algemeen etc. Hierdoor valt de bijdrage iets hoger uit.
12. Toename Wob verzoeken
Er is sprake van een toename in aantal en omvang van Wob verzoeken. De behandeling is complex en vraagt veel extra capaciteit van de organisatie maar ook bijvoorbeeld juridische advisering en in sommige gevallen inzet van andere (semi) overheden. Voor deze toename in werkzaamheden wordt bij de najaarsnota een bedrag van € 0,5 mln gevraagd. Voor de jaren 2020, 2021 en 2022 wordt bij begroting extra budget gevraagd. Voor 2020 € 1 mln, voor 2021 € 1 mln en voor 2022 € 0,5 mln.
13. Bijstelling exploitatiebudgetten tijdelijke locatie
Op basis van regelgeving in Besluit Begroting en Verantwoording dient er een technische aanpassing plaats te vinden tussen het exploitatie- en investeringsbudget (€ 0,4 mln) van het projectbudget Renovatie C gebouw.
14. Receptie en beveiliging gebouw D
Het bestuur is de komende jaren gehuisvest in het D-gebouw. Uitgangspunt daarbij was in de planvorming dat zowel in het A- als het D-gebouw een receptie zou komen (ontvangst bezoekers/uitgifte passen). Het wegbrengen van de bezoekers naar het bestuur/organisatie is daar later als eis bij gekomen. Hospitality en veiligheid dienen hierbij gecombineerd te worden (veilig visitekaartje, profiling, BHV). Opschaling van het algemene dreigingsniveau geeft ook meer aanleiding om de beveiliging bij beide recepties op peil te houden; om dit te kunnen borgen is bemensing van door zowel een receptiemedewerker als een beveiligingsbeambte noodzakelijk. Uitgangspunt hierbij is het handhaven van het dienstverleningsniveau van gebouw C voor de twee nieuwe en tijdelijke recepties. Voor 2019 bedragen de extra kosten € 0,1 mln ten laste van financiële ruimte.
15. Uitgaven energietransitie infrastructuur exploitatie
In het PZI zijn investeringsmiddelen beschikbaar voor de energietransitie van de infrastructuur. Echter, niet alle initiatieven mogen geactiveerd worden, maar moeten direct ten laste van de exploitatie worden verantwoord. De dekking wordt gevonden in de financiële ruimte. Daar staat tegenover dat er van de beschikbare investeringsmiddelen minder geactiveerd wordt, wat tot lagere afschrijvingslasten leidt. Deze komen weer ten gunste van de financiële ruimte.
16. Vrijval reserves conform collegeonderhandelingen
Ter dekking van de intensiveringen in de komende collegeperiode wordt voorgesteld een deel van onbeklemde delen (€ 21 mln) van reserves te laten vrijvallen. Het betreft hier de volgende reserves:
Vlietland | € 0,1 mln |
Luchtkwaliteit NSL | € 1,5 mln |
Milieuaspecten omgevingsbeleid | € 0,2 mln |
Kosten/risico bestuursdwang OD's | € 0,4 mln |
Bereikbaarheid | € 17,5 mln |
1% regeling Kunst | € 0,2 mln |
Mitigatie/energie | € 0,1 mln |
Frictiekosten algemeen | € 0,1 mln |
Egalisatiereserve afschrijvingslasten | € 0,9 mln |
Totaal | € 21,0 mln |
D: Begroting 2020 Exogene/Algemene ontwikkelingen
1. Motorrijtuigenbelasting
In het Coalitieakkoord is afgesproken dat het opcententarief voor de komende vier jaar op 91,4 opcent gehandhaafd blijft.
2. 6de gedeputeerde
In het Coalitieakkoord is afgesproken om dekking op te nemen voor de 6de gedeputeerde en de bijkomende kosten, denk hierbij aan ondersteuning, facilitaire zaken etc.
3. Bijstelling stelpost prijscompensatie als gevolg Meicirculaire
Voor het berekenen van de prijscompensatie die wordt toegepast op de budgetten wordt uitgegaan van de prijscompensatie zoals deze in de circulaires wordt toegepast. In de Meicirculaire was de index verlaagd ten opzichte van de vorige circulaire. Daarom vindt er nu ook een bijstelling plaats op de stelpost prijscompensatie. Voor de Septembercirculaire zal de prijscompensatie bij de 1ste begrotingswijziging worden verwerkt.
4a/b. Kapitaallasten: Rente
a) De begrote rentelasten vallen lager uit ten opzichte van de stand van de kadernota. Dit voordeel wordt veroorzaakt door verschuivingen van investeringen en veranderingen van de reservepositie en de aanpassing van de toekomstige rentetarieven. Op basis van het rentepercentage van de laatst aangetrokken lening, de huidige rentecurve en de verwachtingen in de macro economische verkenningen van het CPB zijn de gemiddelde rentepercentages in deze begroting meerjarig naar beneden aangepast met 0,8% ten opzichte van de kadernota.
In deze meerjarenbegroting is rekening gehouden met een gemiddeld rentepercentage voor nieuwe leningen in het jaar 2020 van 1,3% en in de jaren daarna stijgt het verwachte rentepercentage met 0,2% per jaar. Dit neemt niet weg dat de provincie een renterisico loopt als de werkelijke rentetarieven tegen de verwachting in sterker stijgen dan de tarieven in deze begroting.
b) De 2de orde rente-effect is de rente die we zouden moeten betalen als de incidentele middelen van €160 mln uit het Coalitieakkoord worden uitgegeven.
In het kader van de actualisatie van de financiële verordening wordt verkend hoe de begroting flexibel en structureel in evenwicht blijft. De verhouding tussen de kapitaallasten en baten kan mogelijk een manier zijn om de lange termijneffecten van (investerings)besluiten beter te kunnen beoordelen en de flexibiliteit van de begroting te kunnen waarborgen.
5. Kapitaallasten: Afschrijvingslasten
Door verschuiving van de investeringen in de tijd wijzigen ook de afschrijvingen. Dit levert over de periode 2020-2023 een incidenteel voordeel op.
6. Reserves: Stoppen structurele storting Regmed in reserve
Voor het onderwerp Regmed zijn geen structurele middelen nodig.
E: Ontwikkelingen binnen de programma's
1. DCMR heeft een grote opgave in het verder professionaliseren van de informatievoorziening, waarvoor wordt geïnvesteerd in de ICT-voorzieningen die gedeeltelijk door de participanten wordt betaald. Met name de vereiste financiële inzet in 2020 kan niet binnen de meerjarenbegroting van de DCMR worden opgevangen. Daarom heeft het AB van de DCMR op 15 juli jl. ingestemd met een eenmalige bijdrage van de participanten. Een deel van de incidentele bijdrage wordt gedekt uit de reserve Frictiekosten RUD, de rest komt uit het begrotingssaldo.
2. Limes Unesco Werelderfgoednominatie uit concurrerend ZH: Erfgoed
Vanwege de komende aanbieding van het dossier aan Unesco en de te verwachten voordracht Unesco Werelderfgoed is waarborging van de managementorganisatie een vereiste. Daarom wordt voorgesteld structureel € 180.000 op te nemen in de Begroting 2020. Deze middelen komen uit het budget Concurrerend Zuid-Holland – erfgoed, cultuureducatie/participatie, zie stap 2 en 3 binnen Strategische ontwikkelingen. onder voorbehoud van toewijzing van de nominatie. Mocht dit niet zo zijn dan vloeien de middelen terug naar Concurrerend Zuid-Holland – erfgoed.