De kapitaallasten bestaan uit rente en afschrijvingslasten. Bij dit onderdeel wordt nader ingegaan op:
a. Afschrijvingen
b. Rente
De ontwikkeling van de cijfers in de meerjarenbegroting zijn per programma in onderstaande tabellen weergegeven.
a. Afschrijvingen
Verdeling afschrijvingslasten naar de programma's
Programma | Jaarrekening 2018 | Begroting 2019 na NJN | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 Groen, Waterrijk en Schoon | 106 | 156 | 212 | 212 | 212 | 212 |
2 Bereikbaar en Verbonden | 42.651 | 42.268 | 47.103 | 48.404 | 52.785 | 56.115 |
3 Aantrekkelijk en Concurrerend | 0 | 0 | 0 | 0 | 110 | 110 |
- Overzichten en Middelen | 16 | 10 | 10 | 10 | 10 | 9 |
- Overhead | 10.026 | 10.277 | 12.344 | 13.874 | 12.994 | 15.138 |
Totale afschrijvingslasten | 52.798 | 52.710 | 59.668 | 62.500 | 66.111 | 71.584 |
Er wordt op de investeringen afgeschreven vanaf het jaar na afronding van de voorbereidings- of uitvoeringsfase van een project.
Toelichting afschrijvingslasten
Door verschuivingen van de investeringen in de tijd wijzigen ook de afschrijvingslasten. Dit levert voor de periode 2019-2023 een verlaging van de afschrijvingslasten op.
b. Rente
Betaalde rente
Programma | Jaarrekening 2018 | Begroting 2019 na NJN | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
-Overzichten en Middelen | 18.032 | 17.317 | 18.452 | 21.453 | 22.916 | 23.301 |
Totaal betaalde rente | 18.032 | 17.317 | 18.452 | 21.453 | 22.916 | 23.301 |
Verdeling rentelasten naar de programma's
(bedragen x € 1.000) | Jaarrekening 2018 | Begroting 2019 na NJN | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 Groen, Waterrijk en Schoon | 39 | 54 | 102 | 96 | 85 | 75 |
2 Bereikbaar en Verbonden | 15.732 | 14.890 | 15.936 | 17.958 | 18.944 | 18.810 |
3 Aantrekkelijk en Concurrerend | 74 | 41 | 36 | 35 | 50 | 44 |
- Overzichten en Middelen | 329 | 707 | 731 | 1.503 | 1.953 | 2.054 |
- Overhead | 1.858 | 1.626 | 1.645 | 1.861 | 1.883 | 2.318 |
Totale rente toegerekend aan programma's | 18.032 | 17.317 | 18.450 | 21.451 | 22.914 | 23.302 |
De begrote rentelasten vallen lager uit ten opzichte van de stand van de kadernota. Dit voordeel wordt veroorzaakt door verschuivingen van investeringen en veranderingen van de reservepositie en de aanpassing van de toekomstige rentetarieven.
Op basis van het rentepercentage van de laatst aangetrokken lening, de huidige rentecurve en de verwachtingen in de macro economische verkenningen van het CPB zijn de gemiddelde rentepercentages in deze begroting meerjarig naar beneden aangepast met 0,8% ten opzichte van de kadernota.
In deze meerjarenbegroting is rekening gehouden met een gemiddeld rentepercentage voor nieuwe leningen in het jaar 2020 van 1,3% en in de jaren daarna stijgt het verwachte rentepercentage met 0,2% per jaar. Dit neemt niet weg dat de provincie een renterisico loopt als de werkelijke rentetarieven tegen de verwachting in sterker stijgen dan de tarieven in deze begroting.