Begroting 2020

Paragrafen

Paragraaf Grondbeleid

Realisatie en prognose verkoop Grond-voor-Grond.
Sinds 2014 is de provincie in het kader van Grond-voor-Grond bezig met de planmatige verkoop van het voormalige Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL)-bezit buiten het Natuur Netwerk Nederland (NNN) of andere provinciale doelen conform planning te verkopen. Deze planning is gebaseerd op het uitgangspunt dat voor 2027 alle grond moet zijn verkocht en de verkoop geen marktprijs-verstoring mag veroorzaken, waardoor een grens dient te worden gesteld aan het jaarlijks op de markt te brengen hectares. Deze is gesteld op circa 300 ha landbouwgrond.
Daarnaast zullen sommige gronden nog niet worden verkocht, omdat gestudeerd wordt op strategische inzet van deze gronden ten behoeve van groene of andere provinciale ambities.

Eind 2016 en begin 2017 zijn twee onderzoeken uitgevoerd om de opname in de markt van het verkochte bezit te monitoren en de waarde van de huidige grondvoorraad te actualiseren (grondprijsmonitor). De uitkomsten van deze onderzoeken hebben mede de omvang en fasering van het te verkopen bezit bepaald. De uitgevoerde onderzoeken waren:

  • Grondprijsmonitor 2016
  • Actualisatie business case opbrengsten uit verkoop Grond-voor-Grond 2017

Voor 2019 is alleen de actualisatie van de grondopbrengsten uit de verkoop Grond-voor-Grond uitgevoerd. De resultaten van deze actualisatie zijn niet doorgevoerd in de Begroting 2020 omdat er geen algehele actualisatie van de business case heeft plaatsgevonden. Deze actualisatie zal eind 2019 worden gestart.

De verwachting is dat in 2020 de eerste vastgoedobjecten, die onderdeel zijn van het voormalig BBL-bezit, verkocht worden. Door het toekennen van zogenaamde extra Ruimte-voor-Ruimte rechten en bestemmingsplanwijziging wordt de opbrengst geoptimaliseerd. Naast een beter financieel resultaat wordt daarmee ook de ruimtelijke kwaliteit van de gebieden sterk verbeterd.

De totale netto-opbrengsten uit verkoop en tijdelijk beheer (dat wil zeggen minus de risicoafslag en de proceskosten) over de gehele periode is € 151 mln. Tot en met 2018 is € 112 mln gerealiseerd, voor 2019 is  
€ 12 mln geraamd en voor de periode ná 2019 € 27 mln. Over de begrotingsperiode 2020-2023 zijn de gefaseerde netto opbrengsten uit verkoop en beheer:

Jaar:

Ha:

€ (mln):

2020

180

 11,8

2021

90

 4,7

2022

50

 2,6

2023

30

 1,5

Bij de jaarrekening zal beoordeeld worden of er redenen zijn de (planning van) de opbrengstrealisatie aan te passen, bijvoorbeeld omwille van de ontwikkeling op de agrarische markt of signalen van prijsverstoring.
Via de reguliere planning en controlcyclus zal de begroting zo nodig worden aangepast.

Waarderingsbeleid Grond-voor-Grond
De balanspositie van de Grond-voor-Grond grondvoorraad is verwerkt in de cijfers van de Jaarrekening 2018 en is door de externe accountant van de provincie gecontroleerd.
Het verschil tussen de opbrengsten uit verkoop van de grond/pacht, minus risicofactor, minus boekwaarde verkochte grond en minus proceskosten is dekkingsmiddel voor de realisatie van de Natuur Netwerk Nederland (NNN)-doelstellingen.

Tijdelijk Beheer
In het Handelingskader Pacht 2018 – 2021 is opgenomen dat jaarlijks de pachtprijzen zullen worden vastgesteld door GS. De getaxeerde pachtprijzen en voorwaarden 2020 worden in najaar 2019 door GS vastgesteld.
De meeste gronden die de provincie in afwachting van verkoop of inrichting in eigendom heeft worden jaarlijks verpacht in geliberaliseerde pacht. Het betreft gronden met een agrarisch gebruik en gronden met een natuur-(NNN) of weidevogeldoelstelling. Gronden binnen NNN en gronden met weidevogel-doelstelling worden verpacht met beperkende voorwaarden (zoals minder of geen gebruik mest en/of aangepaste beweiding). Voor de provinciale gronden met een doelstelling worden lagere pachtprijzen gehanteerd dan voor gronden zonder doel.
Voor 2020 worden de pachtopbrengsten geraamd op € 0,5 mln. Als gevolg van de verkoop van het overtollige bezit en het “doorleveren” van ingerichte gronden aan de terrein-beherende organisaties zullen de kosten en opbrengsten uit tijdelijk beheer de komende jaren geleidelijk afnemen: door lagere pachtinkomsten en minder te verpachten percelen.