Het aandeel van de schuld op de balans neemt toe, hierdoor ontstaat ook een toename van de rentelasten. De omvang van de totale rentelasten en aflossing samen kan worden afgezet tegen alle inkomsten. De rente en aflossingsverplichtingen zijn gebaseerd op bestaande en in de toekomst te verwachten leningen. De verhouding tussen deze verplichtingen en inkomsten geeft inzicht in het gedeelte waarvoor de inkomsten worden gebruikt. De verwachting is dat in 2020 meer dan 8% van de inkomsten worden gebruikt voor aflossings- en renteverplichtingen van leningen die de provincie heeft bij de bank. De percentage loopt in 2022 op tot boven de 12%. In 2024 is er een tijdelijke daling in de hoogte van de aflossings- en renteverplichtingen vanwege de afloop van 9 leningen die in 2007 en 2008 zijn aangetrokken.
Verhouding tussen aflossings- en renteverplichtingen ten opzichte van de inkomsten
In 2020 bedragen de totale rentelasten voor lopende en nieuwe leningen in totaal € 18,5 mln. Voorzichtigheidshalve wordt ervan uitgegaan dat over de, gedurende het jaar, aangetrokken korte geldleningen per saldo geen negatieve rente wordt ontvangen.
Conform de beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017 wordt over het eigen vermogen geen rente berekend. De werkelijke rentekosten worden op basis van de van de boekwaarde op 1 januari van alle vaste activa (inclusief het onderhanden werk) toegerekend aan de programmadoelen.
Schema rentetoerekening Begroting 2020 | |||
---|---|---|---|
a. | De externe rentelasten over de korte en lage financiering | 18.452 | |
b. | De externe rentebaten | -/- | 0 |
Saldo rentelasten en rentebaten | 18 .452 | ||
c. | De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | -/- | - |
De rente van projectfinanciering toegerekend aan taakvelden | -/- | - | |
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 18.452 | ||
d1. | Rente over het eigen vermogen | - | |
d2. | Rente over voorzieningen | - | |
Totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente | 18.452 | ||
e. | De aan taakvelden toe te rekenen rente (renteomslag) | -/- | 18.452 |
f. | Verwacht renteresultaat op het taakveld treasury/financiering | - |
Rentevisie/ Renterisicobeheer
De tarieven in de geld- en kapitaalmarkt bevinden zich nog steeds op een zeer laag niveau. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft in september 2019 nieuwe maatregelen bekend gemaakt om de Europese economie te stimuleren en de inflatie op te jagen. De depositorente, waartegen banken hun geld kunnen stallen bij de ECB, wordt verlaagd van -0,4% naar -0,5%. Ook wordt het aankoopprogramma van staatsleningen door de ECB weer opgestart voor een bedrag van € 20 mld per maand.
Mede door dit beleid is de rente waartegen de provincie Zuid-Holland momenteel kan lenen zeer laag. Daarbij is de verwachting dat de lange rente op termijn maar zeer beperkt zal stijgen.
Op basis van het rentepercentage van de laatst aangetrokken lening, de huidige rentecurve en de verwachtingen in de macro economische verkenningen van het CPB zijn de gemiddelde rentepercentages in deze begroting naar beneden aangepast.
In deze meerjarenbegroting is rekening gehouden met een gemiddeld rentepercentage voor nieuwe leningen in het jaar 2020 van 1,3% en in de jaren daarna stijgt het begrote rentepercentage met 0,2% per jaar. Dit neemt niet weg dat de provincie een renterisico loopt als de werkelijke rentetarieven tegen de verwachting in sterker stijgen dan de tarieven in deze begroting.
Door behoedzaam ramen worden deze risico’s deels beheerst. Er wordt op dit moment geen gebruik gemaakt van derivaten.