Begroting 2020

Paragrafen

Paragraaf Lokale heffingen

Verordening op de heffing van de opcenten op de hoofdsom van de Motorrijtuigenbelasting
Op grond van de Provinciewet en de Verordening heffing opcenten heft de provincie opcenten op de hoofdsom van de Motorrijtuigenbelasting (MRB). Dit is de enige algemene belasting die de provincie heft. Op basis van de Verordening heffing opcenten heft de provincie Zuid-Holland inkomsten.
De opcenten op de Motorrijtuigenbelasting zijn de grootste bron van belastinginkomsten voor de provincie. Rond de 50% van de totale jaarlijkse inkomsten komt uit de opcenten Motorrijtuigenbelasting.

Tarief opcenten:
Het opcententarief wordt door Provinciale Staten vastgesteld. Het tarief mag het wettelijk maximum, dat het ministerie van Financiën vaststelt, niet overschrijden. Dit maximum is voor het jaar 2019 vastgesteld op 113,2. In de Miljoenennota 2020 is een eventuele verhoging nog niet aangekondigd.

Bij de behandeling van de Begroting 2018 is het tarief voor 2 jaar (2018 en 2019) vastgesteld op 90,4. In het Coalitieakkoord 2020 - 2023 is opgenomen dat dit tarief ook voor de komende 4 jaar wordt voorgesteld.

Ontwikkeling wagenpark
De opbrengsten van de opcenten wordt bepaald door het tarief maal de grondslag (de hoofdsom van de MRB). De hoofdsom van de MRB wordt beïnvloed door autonome ontwikkelingen zoals bevolkingsgroei en mate van autobezit, maar ook door wettelijke maatregelen zoals vrijstellingen.

De afgelopen jaren is het geregistreerde autobezit in Zuid-Holland gestegen, maar twee ontwikkelingen kunnen deze trend beïnvloeden. De ontwikkeling van (private) lease en de vrijstellingen op basis van het klimaatakkoord.
In het klimaatakkoord zijn elektrische personenauto’s tot en met 2024 vrijgesteld van de MRB en daarmee in principe ook van opcenten. Vanaf 2025 betalen EV’s conform dit voorstel ook MRB (afhankelijk van mogelijke stelselwijziging).

Doordat het aantal voertuigen in een provincie wordt bepaald door het aantal geregistreerde auto’s door de belastingdienst, kan de stijging van het aantal leasecontracten van invloed zijn op de opbrengst van de opcenten.

Beide ontwikkelingen zijn van invloed op de opbrengsten in de komende jaren. Er is momenteel geen inzicht in de mate waarin. Op de lange termijn zijn de opbrengsten van de opcenten MRB in deze meerjarenbegroting op een constant niveau opgenomen.

Verordening Precariobelasting Zuid-Holland

De provincie heft Precariobelasting ‘voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond’. In de bij de Verordening Precariobelasting behorende tarieventabel zijn de belastbare feiten en tarieven opgenomen. In 2019 zijn de tarieven voor de Precariobelasting niet geïndexeerd. Een wijziging van de verordening wordt afzonderlijk voorgelegd aan de Staten. Hierin wordt ook ingegaan op de tariefstelling voor 2020.

Legesverordening Omgevingsrecht (Wabo)
Met de inwerkingtreding van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) per 1 oktober 2010 is de provincie bevoegd gezag voor zowel het milieudeel (IPPC/BRZO) als de zogeheten BRIKS (bouwen, reclame, inritten, kappen, slopen)-taken van de omgevingsvergunning voor die bedrijven waarvoor de provincie op grond van de milieuwetgeving bevoegd gezag is. De uitvoering van het bevoegd gezag ligt bij de vijf omgevingsdiensten in Zuid-Holland. De provincie int voor de aanvragen BRIKS de leges, die hiervoor de kosten (gedeeltelijk) moeten dekken. De Wabo legesverordening is benoemd als Legesverordening Omgevingsrecht provincie Zuid-Holland 2013.

De legestarieven mogen maximaal kostendekkend zijn. Hierdoor is in 2019 onderzocht welke kosten de provincie Zuid-Holland heeft en welke tarieven maximaal kostendekkend zijn. Het huidige kostendekkendheidspercentage ligt op 66,74%.
Eind 2019 wordt in Provinciale Staten dit percentage behandeld en zullen zij voor 2020 een nieuw percentage vaststellen. Aan de hand van dit percentage zullen de tarieven voor 2020 worden gebaseerd en kan op basis van ervaringscijfers een inschatting worden gemaakt over de te verwachten baten.

Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland
Op grond van de Waterwet en de Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland heft de provincie een belasting per kubieke meter onttrokken grondwater. Het tarief van de heffing is zodanig vastgesteld dat de opbrengst de gemaakte kosten niet te boven gaat. Het tarief bedraagt € 0,005 per kubieke meter onttrokken hoeveelheid water.

Wet Natuurbescherming
Vanaf 1 januari 2017 heeft de provincie Zuid-Holland nieuwe taken gekregen ter uitvoering van de Wet Natuurbescherming. Ter uitvoering daarvan is ook een legesverordening vastgesteld voor het aanvragen van beoordelingen en vergunningen op het gebied van de Wet Natuurbescherming. In 2017 is een opbrengst gerealiseerd van € 0,2 mln. In 2018 waren er veel aanvragen en zijn de opbrengsten uitgekomen op € 0,4 mln. Over 2019 wordt een opbrengst verwacht van € 0,3 mln. Voor de jaren 2020 -2023 wordt de gemiddelde baten op € 0,3 mln geraamd.