€ 108.245
€ 870
€ -200
€ 20.849
bedragen × 1.000
Lasten en basten
2019
2020
2021
2022
2023
Reserves
2019
2020
2021
2022
2023
bedragen × 1.000
Programma 2 Bereikbaar en Verbonden
Doel en beoogd maatschappelijk effect?
Een goed aanbod van openbaar vervoer wil de provincie bereiken door:
Om aan de ambitie en gestelde doelen invulling te geven zet de provincie in op efficiënt en effectief regionaal openbaar vervoer dat goed aansluit bij de maatschappelijke vraag. Openbaar vervoer is geen doel op zich, maar ondersteunend aan de wens van de reiziger om van A naar B te komen. Er liggen hierbij voor de provincie kansen in verbinding van openbaar vervoer met de verstedelijkingsopgave, economische transitie en energietransitie.
Hoogwaardig openbaar vervoer levert een steeds grotere bijdrage aan het verbeteren van het vestigingsklimaat in Zuid-Holland. Ook levert openbaar vervoer een belangrijke bijdrage aan het beheersbaar houden en waar mogelijk verminderen van knelpunten in het stedelijk gebied. Daarom werkt de provincie aan een kwaliteitsimpuls voor het openbaar vervoer. Belangrijk element hierin is de ontwikkeling van Randstad-net (R-net) in Zuid-Holland: een hoogwaardig netwerk van bus-, tram-, metro- en treinverbindingen. In het kader van R-net wordt ingezet op de veelgebruikte lijnen, daar waar de maatschappelijke vraag naar openbaar vervoer het grootst is.
Openbaar vervoer heeft ook een belangrijke sociale functie en draagt bij aan het vitaal en leefbaar houden van het landelijk gebied. Voor het landelijk gebied is de doelstelling om het openbaar vervoer efficiënter in te richten en beter aan te laten sluiten op de vraag, zodat kwetsbare groepen in de samenleving mobiel kunnen blijven. Hierbij wordt ook gekeken naar andere systemen dan de traditionele lijnbus. Bij de voorbereiding van aanbestedingen van OV-concessies wordt daarom aandacht besteed aan het goed aansluiten van vraag en aanbod.
Wat gaan we doen om deze effecten te bereiken?
De provincie is opdrachtgever voor het openbaar vervoer binnen Zuid-Holland, exclusief het vervoer in de Metropoolregio Rotterdam - Den Haag (MRDH). De provincie verleent OV-concessies. In 2020 is duidelijk wie de nieuwe vervoerder van het contract van de Waterbus wordt. Daarnaast zijn het beleidskader en het Programma van Eisen voor de aanbesteding van de concessie Zuid-Holland Noord gereed.
De provincie gebruikt de concessies voor het openbaar vervoer per bus, trein en over water om haar ambities te realiseren. Daarbij hanteert de provincie de beleidskaders voor openbaar vervoer, afgestemd met andere opgaven zoals ruimtelijk-economische ontwikkelingen. Dit betekent dat de provincie eisen stelt aan de vervoersbedrijven die het openbaar vervoer verzorgen. Deze eisen worden per concessie opgenomen in een Nota van Uitgangspunten die door Provinciale Staten wordt vastgesteld. Gedeputeerde Staten stellen vervolgens een verder uitgewerkt programma van eisen vast.
Met betrekking tot de exploitatie van de verleende concessies hanteert de provincie het principe: laat de markt doen waar de markt goed in is. De vervoerder heeft de beste kennis van de markt en van de exploitatie, want hij zit het dichtst op de klant. De ontwikkelfunctie ligt dus bij de vervoerder. De vervoerder is hierbij elk jaar verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het vervoerplan. De provincie toetst of de vervoerder hierbij binnen de kaders van het Programma van Eisen blijft. Daarnaast is het jaarlijkse tarievenvoorstel afhankelijk van de goedkeuring door de provincie als concessieverlener. De provincie betrekt daarbij het advies van het reizigersoverleg. De provincie toetst het tarievenvoorstel aan de hand van het provinciale tarievenkader.
Samen met de MRDH en het Rijk wordt gewerkt aan de uitwerking van het Toekomstbeeld OV via de werkplaats metropolitaan OV. Dit moet in 2020 een gezamenlijk toekomstbeeld opleveren voor het openbaar vervoer in de hele provincie.
De provincie zet in op kwaliteitsverbetering en energietransitie in het openbaar vervoer. Zo zijn in de concessie Hoeksche Waard / Goeree Overflakkee in 2019 de eerste vier waterstofbussen in Zuid-Holland gaan rijden. Op dit moment wordt er onderzoek gedaan of het mogelijk is om meer waterstofbussen in te zetten.
De provincie zet middelen in om de infrastructuur voor het OV te verbeteren. Deze middelen zullen grotendeels gericht zijn op het verbeteren van de doorstroming van HOV en R-Net-lijnen. Verbetering van de doorstroming maakt ten slotte frequentieverhoging mogelijk en draagt bij aan de betrouwbaarheid van het openbaar vervoer. Daarbij wordt waar mogelijk aangesloten bij de uitvoering van andere infrastructurele projecten.
Per december 2018 is in de concessie DAV een nieuw HOV- en R-netwerk van start gegaan. De eerste infrastructurele maatregelen zijn met de nieuwe concessie gereed gekomen. In de loop van 2019 en 2020 worden meer van dit soort maatregelen genomen in deze concessie.
Daarnaast onderzoekt de provincie de mogelijke uitbreidingen en capaciteitsverbeteringen van R-Net, het Waterbusnetwerk en het spoor. Deze onderzoeken moeten uitwijzen waar kansen liggen om deze OV-netwerken te verbeteren c.q. uit te breiden.
Ook onderzoekt de provincie hoe de kwaliteit van het openbaar vervoer beter kan aansluiten bij de wensen van de reizigers. Dit wordt gedaan door samen met onder meer regio’s, gemeenten, vervoerders, reizigers, bedrijven, scholen en zorginstellingen de vervoersbehoeften te inventariseren. Vervolgens kunnen kansrijke, innovatieve (pilot)projecten worden gestart. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan pilotprojecten voor kleinschalig vraagafhankelijk (openbaar) vervoer. Het R-net concept wordt verder uitgewerkt door de aansluiting op R-net haltes te versterken. Zoals bijvoorbeeld met deelfietssystemen, Kiss + Ride en fietskluizen. In 2020 worden meer van dergelijke voorzieningen in het kader van op de nieuwe DAV-concessie gerealiseerd.
Tenslotte wordt geïnvesteerd in het verbeteren van de sociale veiligheid in het OV en de toegankelijkheid van OV-haltes voor reizigers met een beperking. Dit laatste wordt gedaan in combinatie met betere bereikbaarheid van grotere OV-haltes (ketenvoorzieningen zoals fietsenstallingen en P+R).
Welke instrumenten zetten we hiervoor in?
Overzicht reserves
bedragen × 1.000