Begroting 2020

Programma 2 Bereikbaar en Verbonden

Doel 2-1 Instandhouding, bereikbaarheid en verkeersveiligheid op orde

Doel 2-1 Instandhouding, bereikbaarheid en verkeersveiligheid op orde

Doel en beoogd maatschappelijk effect?

De ambitie van de provincie Zuid-Holland is om de best bereikbare provincie te zijn. Om dit te bereiken richt de provincie zich op de volgende vijf doelen;

  • Kwaliteit bestaande provinciale infrastructuur op orde houden;
  • Compleet maken mobiliteitsnetwerk;
  • Verbeteren verkeersveiligheid;
  • Benutten bestaande infrastructuur door:
    • Vraag naar mobiliteit afstemmen op het aanbod van infrastructuur en vervoermiddelen;
    • Verbeteren integratie van netwerken;
  • Mobiliteitssysteem versterken en opwaarderen.

Wat gaan we doen om deze effecten te bereiken?

Zuid-Holland wil de best bereikbare provincie zijn. Hiervoor moet de kwaliteit van de infrastructuur, zowel technisch als functioneel, op orde zijn. Daarvoor onderhouden en verbeteren we de bestaande provinciale (vaar)wegen, leggen we nieuwe wegen aan en stimuleren wij het veilige gebruik ervan. We doen dit slim en innovatief en in samenwerking met andere overheden en wegbeheerders. Ook dragen we financieel en inhoudelijk bij aan infrastructuurprojecten van andere overheden. De aanpak verschilt per opgave en gebied. Zo worden bijvoorbeeld kansen voor verbeteringen aan en verduurzaming (CO2 neutraal) van de infrastructuur of in de omgeving meegenomen.

Het kwalitatief op orde zijn van de infrastructuur wil de provincie onder andere bereiken door het beheren en compleet maken van het mobiliteitsnetwerk. Hiervoor onderhoudt de provincie haar infrastructuur en pakt zij knelpunten aan via het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur (PZI). In het PZI wordt 15 jaar vooruit gekeken welke nieuwbouw- en onderhoudsprojecten zullen worden uitgevoerd. Ook wordt een overzicht gegeven welke projecten in 2020 in voorbereiding zijn (zoals de kruising N214/N216, de N211 Wippolderlaan en N59 Energy Highway) en welke in uitvoering (zoals de Rijnlandroute, het HOV-net Zuid-Holland Noord en het Uitvoeringsprogramma 'Samen verder fietsen'). In 2020 worden naar verwachting ook een aantal projecten opgeleverd zoals de N213 Centrale as Westland, N222 verdubbeling Veilingroute tussen N466 en Lange Broekweg en de N215 Melissant - Dirksland.

Voor Zuid-Holland is de bereikbaarheid van internationale knooppunten zoals de haven van Rotterdam, luchthaven Schiphol en de Greenports in Westland en Oostland van groot belang en heeft dan ook specifieke aandacht.
Voor de bereikbaarheid van Rotterdam - Den Haag is het gebiedsprogramma Mobiliteit en Verstedelijking (MoVE) Rotterdam - Den Haag opgezet. In 2020 zal binnen dit programma verder gewerkt worden aan:

  • De korte termijn: publiekscampagnes, voorbereidingskosten, logistieke efficiency en voortzetting inzet mobiliteitsmakelaars;
  • De verkenning in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) naar de Oeververbinding Rotterdam;
  • De verdere planvorming Metropolitaan Openbaar Vervoer;
  • Gebiedsuitwerkingen Central Innovation Quarter Binckhorst (CIB) , Logistieke bereikbaarheid Westland en bereikbaarheid Zoetermeer en Voorne Putten/Haven.

Daarnaast is de provincie betrokken bij de diverse uitwerkingen van de MIRT goederencorridors, waaronder de MIRT-verkenning A15 en vrachtwagen parkeren. Voor vrachtwagen parkeren zal in 2020 de focus liggen op het penvoerderschap in een subsidietraject en digitalisering (dit betreft de integratie van beschikbaarheidsinformatie in het nationale access point voor verkeersinformatie (NDW).

De ontwikkeling van het aantal verkeersslachtoffers baart ons zorgen. In 2020 is de verbetering van de verkeersveiligheid een prioriteit. Het landelijke Strategische Plan Verkeersveiligheid 2030 wordt vertaald naar uitvoeringsprogramma's die in 2020 kunnen starten. Ook zet het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid extra in op het onderdeel "beïnvloeding verkeersgedrag". Dit doet zij door het voortzetten van programma's als "Maak van de Nul een Punt", "School op Seef" en "Totally Traffic".
In 2019 is het nieuwe programma Fietsveiligheid gestart met aandacht voor nieuwe doelgroepen zoals oudere fietsers. Dit wordt in 2020 gecontinueerd.
Daarnaast zal aandacht worden besteed aan verkeersveilig gedrag van gebruikers bij oplevering van werkzaamheden, bij groot onderhoud en bij nieuwe infrastructuur. Tot slot zal de samenwerking met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), politie en het openbaar ministerie voor de handhaving van verkeersveilig gedrag worden verstevigd.

In 2018 is de ToekomstAgenda snelfietsroutes opgesteld. Daarin is onderzocht op welke verbindingen nog een grote groei van het fietsverkeer mogelijk is.
In 2019 is het provinciaal fietshoofdnetwerk geanalyseerd met telcijfers en fysieke kenmerken van de fietsroutes. Deze informatie over gebruik en de huidige kwaliteit en de ToekomstAgenda snelfietsroutes zullen we gebruiken om in 2020 prioriteiten te stellen. De gesprekken met gemeenten, regio’s, waterschappen, naburige provincies en het Rijk om te bepalen welke routes we het eerste gaan verbeteren om te komen tot hoogwaardige fietsroutes zijn al gestart. Samen met de MRDH vervullen we een regiefunctie voor de aanleg en verbetering van snelfietsroutes in Zuid-Holland.
In 2020 wordt het monitoringsprogramma doorgezet. Dit programma laat zien wat de resultaten zijn van investeringen in het fietsnetwerk en draagt bij aan de kennis over het fietsgebruik. Hiermee wordt de basis voor besluitvorming over nieuwe projecten steviger.

Luchtvaart draagt bij aan bereikbaarheid en economische groei. Aan de andere kant levert luchtvaart hinder op voor de omgeving. Deze spanning ervaren wij in onze provincie zowel rond Schiphol als in de regio rond Rotterdam The Hague Airport (RTHA). Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt aan een nieuw luchtvaartbeleid (2020-2050) en de herziening van het luchtruim (2023). Hiervoor vindt de minister regionaal draagvlak belangrijk en doet een beroep op de provincies bij het organiseren van participatie voor dit beleid. Samen met belanghebbenden rond RTHA werken we in 2020 aan een uitvoeringsprogramma voor hinderbeperkende maatregelen.

Om de schaarse ruimte in Zuid-Holland zo effectief mogelijk te gebruiken, willen we het bestaande mobiliteitssysteem beter benutten en slimmer gebruiken. Ook wordt geprobeerd om de vraag naar mobiliteit meer af te stemmen op het aanbod van infrastructuur en vervoermiddelen. Hiervoor wil de provincie de keuzemogelijkheden en de combinatie van vervoermiddelen voor reizigers verbeteren. Een belangrijke rol hierin is weggelegd voor de fiets, zoals verwoord in de Uitvoeringsagenda Samen verder fietsen, maar ook Dynamisch Verkeersmanagement (DVM). Ook betere benutting van het spoor is een onderwerp wat opgepakt wordt, bijvoorbeeld in de planvorming metropolitaan OV. Waar vraag naar en aanbod van klassiek openbaar vervoer tekort schieten, zoals in krimpregio’s, moeten we zoeken naar oplossingen zodat er flexibel, vraaggericht vervoer beschikbaar komt.

In 2020 wordt verder doorgepakt op Smart Mobility in brede zin. De focus ligt hierbij op drie sporen: voorspellen en sturen van verkeersstromen, slim gebruiken van beschikbare data over voer- en vaartuigstromen en het zoveel mogelijk beperken van hinder bij gepland onderhoud en ongeplande beschikbaarheid met flankerende maatregelen. In 2020 gaan we onder andere concreet aan de slag met het project connected transport (logistiek) in het Westland.

De provincie wil dat vervoer van goederen over water toeneemt via het programma Goederenvervoer over water. Hierdoor wordt het bestaande mobiliteitsnetwerk efficiënter gebruikt met minder piekbelasting. Onderdelen hiervan zijn:

  • Scheepshaltes langs de Schie: ter bevordering van de regionale en stedelijke distributie werken wij aan de uitwerking en implementatie van een nieuwe en duurzaam binnenvaartconcept "de Scheepshalte".
  • Kades: voor het vervoer over water zijn overslagmogelijkheden essentieel. Een aantal kades is verouderd of ligt op een voor de binnenvaart niet meer interessante locatie.Er worden voorstellen uitgewerkt voor kades die aangepakt kunnen worden.
  • Containervervoer Gouwe: het containervervoer over de Gouwe van en naar het Alpherium wordt steeds groter. Zowel in aantallen containers als in de omvang van de schepen. Dit vaarwegverkeer zal ook in de toekomst vlot en veilig moeten gebeuren. Waarbij er zo min mogelijk hinder is voor het kruisende wegverkeer. Middels de programmatische aanpak Beter Bereikbaar Gouwe zal er in 2020 samen met de omgeving onderzocht worden welke investeringen op korte en lange termijn moeten worden gedaan met betrekking tot de Gouwe en ontsluiting van de Greenport en kernen.
  • In 2020 wordt er verder gewerkt aan het verschonen van de binnenvaart via het Europese samenwerkingsverband CLINSH en een slimmere en autonome logistiek op het water via Smart Shipping (schepen op afstand, het slimmer delen van informatie, het optimaliseren van vaarwegonderhoud en het (semi) autonoom varen van schepen). 

Daarnaast wil de provincie slimme innovaties toepassen en de integratie van netwerken verbeteren. Een voorbeeld hiervan is het Revolverend Verenfonds. Om het mobiliteitssysteem blijvend te versterken zal de provincie technologische ontwikkelingen, duurzame energie en logistieke innovaties inzetten.

Welke instrumenten zetten we hiervoor in?

Overzicht reserves

Bijdrage Verbonden partijen

De provincie participeert in het Wegschap Dordtse Kil, gezamenlijk met andere partijen is de provincie eigenaar van de Kiltunnel die de N217 met de N3 verbindt. De Kiltunnel maakt onderdeel uit van het gezamenlijke infrastructurele netwerk van provincie en andere wegbeheerders.

Lasten en baten
Lasten € 179.112
Baten € 12.357
Reserves
Toevoeging aan reserves € 33.532
Onttrekking aan reserves € 6.845

bedragen × 1.000